Practicummaterialen
In deze paragraaf leer je welke practicummaterialen er zijn en hoe je deze moet gebruiken. We staan wat langer stil bij het gebruik van de brander. Je zult de brander vaak gebruiken en het is erg belangrijk om te weten hoe je er veilig mee kunt werken.






Doelen
- Kent de namen van alle practicummaterialen.
- Je weet hoe je de practicummaterialen moet gebruiken.
- Je weet hoe de brander werkt.
- Je weet hoe je veilig met de brander moet werken.

Spatel
De spatel wordt gebruikt om een kleine hoeveelheid stof op te pakken. Je kunt ook de zijkant gebruiken om een stukje van een zachte stof af te snijden. Vaak zit er aan beide kanten van de spatel een lepel of een plat stukje. We noemen het ook wel een dubbelspatel.

Reageerbuisrekje
In het reageerbuisrekje plaats je reageerbuisjes. Vaak wordt op een stukje tape geschreven wat er in de buisjes zit. Als je meerdere soorten stoffen in de buisjes doet is het verstandig om op te schrijven op welke plaats je welke stof bewaart.

Reageerbuishouder
(knijper) Je gebruikt de reageerbuishouder als het niet veilig is om het buisje zelf vast te houden. Als je een buisje in de vlam van de brander moet houden heb je dus de knijper nodig. De knijper is van hout en kan dus branden. Je mag de knijper zelf dus niet in de vlam houden.

Reageerbuis
Je gebruikt een reageerbuis om een kleine hoeveelheid stof tijdelijk in te bewaren. Je kunt er reacties in laten verlopen. Je kunt er stoffen in verwarmen. Je kunt er ook stoffen in mengen.

Trechter
Als je een stof in een kleine opening moet doen heb je een trechter nodig. Bijvoorbeeld als je stoffen met een spatel in een reageerbuisje doet. Je kunt de trechter ook gebruiken om een filter in te plaatsen.

Bekerglas
Je gebruikt een bekerglas om een hoeveelheid stof tijdelijk in te bewaren. Je kunt er reacties in laten verlopen. Je kunt er stoffen in verwarmen. Je kunt er ook stoffen in mengen. Het verschil met een reageerbuis is de grootte. Je kunt op een bekerglas ook aflezen hoeveel stof erin zit. Dit is niet heel nauwkeurig.

Erlenmeyer
Een erlenmeyer heeft dezelfde functie als een bekerglas met als voordeel de smalle hals. hier kun je een kurk in doen. Je kunt ook minder makkelijk morsen. De smalle hals zorgt er ook voor dat je een erlenmeyer minder makkelijk schoonmaakt dan een bekerglas.

Maatcilinder
Je gebruikt een maatcilinder om nauwkeurig stof af te meten. De smalle vorm zorgt voor een grote nauwkeurigheid.

3-Poot
Met de 3-poot kun je dingen boven de brander plaatsen. Je kunt er een gaasje of een driehoek opleggen. Daarop kun je dan weer een indampschaaltje of een bekerglas zetten.

Indampschaaltje
Een porseleinen indampschaaltje kan goed tegen warmte. Je kunt er dus prima stoffen in verwarmen. Glas gaat eerder kapot door de warmte. Je kun in het porseleinen schaaltje ook stoffen fijn malen.

Driehoek
De driehoek is gemaakt van metaal en porselein en kan dus goed tegen warmte. Je gebruikt de driehoek boven de brander.

Gaasje
Het gaasje is van metaal en kan goed tegen warmte. Je plaatst er bekerglazen op boven de brander.

Spuitfles
In de spuitfles zit water. Je kunt er heel voorzichtig water uit knijpen om in een reageerbuis te doen. Je moet wel opletten dat het uiteinde niet in het water hangt omdat je anders stof kan terug zuigen. Er mogen nooit chemische stoffen in de spuitfles komen.

Kroezentang
Je gebruikt de kroezentang om warme voorwerpen op te pakken. Je kunt er ook voorzichtig bekerglazen mee oppakken. Je moet dan 1 rand in de tang klemmen en niet het hele glas.
De brander aansteken
Het is belangrijk dat je veilig kunt werken met de brander. Je gebruikt de brander bij veel practica. De brander moet op een veilige manier aangestoken worden. Dit gaat als volgt:
- Controleer de brander. Zitten er beschadigingen op of zijn er andere duidelijke afwijkingen meldt dit dan bij je docent.
- Controleer de gasregelknop. Deze moet dicht zijn. (horizontaal)
- Controleer de luchtring. Deze moet dicht zijn. (geen openingen zichtbaar)
- Sluit de gasslang aan op de gaskraan.
- Controleer of de brander stabiel staat. Draai zonodig aan de gasslang tot de brander wel stabiel staat.
- Controleer of de omgeving veilig is. Er mag geen tocht zijn anders kan de brander uitwaaien en er mogen geen brandbare stoffen dicht bij de brander staan. Controleer ook of er niets boven de brander staat.
- Controleer je eigen veiligheid en die van de anderen aan je tafel. Bril en jas zijn verplicht.
- Draai nu de hoofdkraan open. Trek deze eerst naar je toe en draai deze 90 graden.
- Houd een lucifer of aansteker boven de brander tot de pauze-vlam aan gaat.
De brander gebruiken
Nu je de brander veilig aan hebt gestoken moet je weten welke vlam je wanneer gebruikt. Er zijn 3 soorten vlammen.
- De pauze-vlam. Deze laat je altijd aan staan zodat je de brander gelijk kunt gebruiken. Dit is een heel kleine vlam waar je verder niets aan hebt. Je krijgt een pauze-vlam als de gasregelknop dicht is.
- De kleurloze vlam. Draai de gasregelknop open maar houd de luchtring dicht. Deze vlam is warm genoeg voor de meeste proefjes.
- De blauwe ruisende vlam. Draai de gasregelknop open en draai de luchtring open. De blauwe ruisende vlam is het warmst. Deze vlam gebruik je alleen als er specifiek naar verwezen wordt in de practicumhandleiding. Je gebruikt deze vlam als je een grote hoeveelheid stof wilt verwarmen.
De brander uitzetten en opbergen.
- Zet de gasregelknop en de luchtring dicht.
- Sluit de hoofdkraan.
- Ruim je tafel op. De brander kan nu afkoelen.
- Trek de gasslang los. Je kunt er voorzichtig aan draaien terwijl je trekt.
- Als de brander en eventueel de 3-poot en het gaasje voldoende zijn afgekoeld kun je deze opbergen.
In geval van nood kun je ook in een keer de hoofdkraan dicht draaien.
17
Waarom is een reageerbuishouder (knijper) van hout gemaakt?
18
Leg uit waarom een 3-poot van metaal gemaakt is.
19
Maak een foto van hoe je op de juiste manier een bekerglas met een kroezentang oppakt. Schrijf er onder waarom je een bekerglas met een kroezentang zou oppakken?
20
Wanneer zou je een erlenmeyer gebruiken in plaats van een bekerglas?
21
In een indampschaaltje kun je stoffen verwarmen. Wat kun je er nog meer mee doen?
22
Bekijk de video van de brander. Bekijk ook de afbeelding hiernaast. Wat doet de leerlingen in de afbeelding allemaal fout?
23
Download deze tabel en vul in welke vlam je krijgt bij de combinatie van gasregelknop en luchtring. Geef ook aan wanneer je die vlam gebruikt. (openen met pages).
24
Maak foto's van een brander met:
1) De gasregelknop dicht, de luchtring dicht.
2) De gasregelknop open, de luchtring dicht.
3) De gasregelknop open, de luchtring open.
Teken bij iedere foto de vlam die je krijgt.
Geef bij 1 foto aan waar de gasregelknop, luchtring, gastoevoer, pauzevlam en gewone vlam zitten.