Doelen

  • Je kent het verschil tussen kunstmatige en natuurlijke lichtbronnen
  • Je kunt onderscheid maken tussen directe en indirecte lichtbronnen
  • Je kent de 3 verschillende lichtbundels
  • Je kunt onderscheid maken tussen verschillende soorten schaduw.

Lichtbronnen

Lichtbronnen kunnen op 2 manieren opgedeeld worden. We maken onderscheid tussen kunstmatige en natuurlijke lichtbronnen. We maken ook onderscheid tussen directe en indirecte lichtbronnen.

Kunstmatige lichtbronnen

Kunstmatige lichtbronnen zijn lichtbronnen die door de mens gemaakt zijn of die voortkomen uit menselijke invloed. Voorbeelden hiervan zijn alle soorten lampen, door mensen gemaakte vuren, beeldschermen en lasers.

Natuurlijke lichtbronnen

Natuurlijke lichtbronnen zijn er zonder invloed van mensen. Voorbeelden zijn lava, bliksem, de zon, maan en sterren, vuurvliegjes en natuurlijke branden.

Discussie

Bij een onderscheid tussen natuurlijk en kunstmatig kan altijd het argument ingebracht worden dat mensen voortkomen uit de natuur en dat alles wat vervolgens uit de mensen voortkomt ook natuurlijk is. Dit is niet het punt van kunstmatig. Kunstmatig gaat over de invloed die wij hebben op het ontstaan. Kunstmatige dingen zijn ontworpen en komen zonder aanwezigheid van de mens niet voor. Dingen die zijn ontworpen zijn anders dan dingen die voortkomen uit de evolutie van de natuur.

Directe lichtbronnen

Wanneer licht van een bron zonder tussenkomst van een andere stof op een voorwerp schijnt, noemen we dit direct. Je kunt een rechte lijn trekken tussen de lichtbron en het beschenen voorwerp. Voorbeelden zijn: De zon en een lamp.

Indirecte lichtbronnen

Indirecte lichtbronnen zijn bronnen die via een reflecterend oppervlak licht geven. De maan geeft licht maar dat is licht van de zon. Zonlicht schijnt op de maan en de maan reflecteert het licht naar de aarde. In veel lampen zit achter de lamp een spiegel. Die spiegel reflecteert het licht dat de verkeerde kant op gaat naar voren. Een lamp levert dus ook indirect licht.

Lichtbundels

Er zijn 3 soorten lichtbundels. We onderscheiden de bundels op de hoek waarmee de bundel uitgezonden wordt.

Divergent

De meeste bronnen maken een divergente bundel. Dit is een bundel die steeds groter wordt. Bijvoorbeeld een zaklamp. Als je een zaklamp dicht bij de muur houdt is de bundel klein. Als je verder weg gaat staan wordt de bundel groter.

Convergent

Een bundel die steeds kleiner wordt heet een convergente bundel. De lichtbundel richt zich op een bepaald punt. Dit punt noemen we het brandpunt. Als de lichtbundel na het brandpunt verder gaat wordt deze divergent. Als je een vergrootglas in de zon houdt ontstaat er een convergente lichtbundel.

Evenwijdig

Een laser is een evenwijdige lichtbundel. Deze bundel wordt niet groter en niet kleiner. Dit is handig omdat deze bundel zijn energie veel langer vast houd dan een divergente bundel. Hierdoor schijnt een laser heel ver.

Schaduw

Schaduw is het ontbreken van licht. Donker bestaat dus niet of het is eigenlijk niets. Donker bestaat standaard als er ergens geen licht is.

Kernschaduw

De plek waar helemaal geen licht komt noemen we de kernschaduw. Als er 1 lichtbron is vanuit 1 punt, is er alleen kernschaduw. Je kunt het gebied waar de schaduw zich bevind tekenen door de lichtstralen te tekenen die langs voorwerpen gaan.

Halfschaduw

Als er meerdere lichtbronnen of grote lichtbronnen gebruikt worden zijn er plekken waar maar een deel van het licht komt. Die plekken noemen we halfschaduw.

1

Noem 4 kunstmatige lichtbronnen.

2

Noem 4 natuurlijke lichtbronnen.

3

Wat is het verschil tussen een kunstmatige lichtbron en een natuurlijke lichtbron.

4

Noem 4 directe lichtbronnen.

5

Noem 4 indirecte lichtbronnen.

6

Wat is het verschil tussen en indirecte lichtbron en een directe lichtbron.

7

Hoeveel lichtbronnen zijn er in het lokaal?

8

Geef bij elke lichtbron aan of deze indirect, direct, kunstmatig of natuurlijk is.

9

Bekijk deze foto van de aarde. Vanaf waar is deze foto genomen?

10

Hoe kan het dat je de aarde ziet terwijl deze geen licht geeft?

11

Waarom kun je sterren overdag niet zien?

12

Is vuur een natuurlijke of kunstmatige lichtbron?

13

Geef in deze tekening aan waar de schaduw zich bevind. Er staat een lamp op tafel.

14

Geef in deze tekening aan waar de kernschaduw en halfschaduw zich bevinden. Er zijn twee ramen toegevoegd en de lamp is weg.

15

Zoek op internet wat een zonsverduistering is. Leg dit kort in je eigen woorden uit.

16

Zoek op internet wat een maansverduistering is. Leg dit in een tekening uit.

17

Teken de drie soorten lichtbundels.

18

Zet bij iedere lichtbundel hoe deze heet en geef per bundel een voorbeeld.

19

Houd je hand ongeveer 15cm boven de tafel. Maak een foto van de schaduw die ontstaat. Geef op de foto aan waar de kernschaduw en de halfschaduw zich bevinden.

Bronnen, Bundels en schaduw

In deze paragraaf leer je over lichtbronnen, verschillende bundels en soorten schaduw.

Kleuren

Je leert over kleuren en kleuren mengen.

Spiegels

Je leert hoe spiegels werken.

Lenzen

Je leert welke soorten lenzen er zijn en hoe je ermee kunt tekenen en rekenen.

Oefentoets

Oefentoets, antwoorden en uitwerkingen.