Veiligheid

Het aller belangrijkste bij zowel natuurkunde als scheikunde is veiligheid. Tijdens het doen van practicum is veiligheid een voorwaarde. Als een proef niet veilig gedaan kan worden, wordt de proef niet gedaan. Je bent zelf verantwoordelijk voor je eigen veiligheid en voor de veiligheid van anderen. Om goed te kunnen bepalen of je veilig kunt werken moet je weten wat er mis kan gaan en waar de gevaren liggen. In deze paragraaf ga je leren over de regels en afspraken die we maken als we practicum gaan doen. Je leert over de veiligheidssymbolen en de veiligheidskaart en je maakt kennis met de gifwijzer.

Doelen

  • Je kent de veiligheidssymbolen.
  • Je kunt werken met de gifwijzer.
  • Je kunt werken met de veiligheidskaart.
  • Je kent de practicumregels en past de regels ook toe bij het practicum.
  • Je weet wat een chemische reactie is.

Practicumregels

  • Draag altijd een bril
  • Draag altijd een labjas
  • Bind lange haren op
  • Werk rustig en geconcentreerd
  • Bij twijfel vraag je aan de docent wat je moet doen
  • Houd je aan het practicumvoorschrift
  • Richt een reageerbuis altijd naar een veilige plek
  • Doe nooit stof terug in de pot
  • Proef nooit van een stof, houd de stoffen weg bij je gezicht
  • Raak de stoffen niet met je handen aan, was toch voor de zekerheid je handen na ieder practicum
  • Ruik heel voorzichtig aan stoffen
  • Eet en drink niet in het practicum lokaal

Veiligheidskaart

De docent heeft een boek met veiligheidskaarten. Daarin staan de veelgebruikte stoffen bij het practicum. Op iedere kaart staat heel veel informatie. Bestudeer deze kaarten goed zodat je weet waar je wat kunt vinden.

Veiligheidssymbolen

Explosief

Explosief betekent dat de stof makkelijk kan ontploffen. Vooral als er lucht bij komt is er explosiegevaar.

Corrosief

Corrosief betekent dat de stof makkelijk reageert met andere stoffen. Als de stoffen bij elkaar komen ontstaat een chemische reactie

(zeer) Licht
ontvlambaar

De stof kan makkelijk uit zichzelf gaan branden. Dit gebeurd meestal als de stof in contact komt met de lucht.

(zeer) Giftig

Als je van deze stof teveel binnen krijgt is dit dodelijk. Als je een klein beetje binnen krijgt kun je flink ziek worden.

Radioactief

Deze stof zendt straling uit. Van de hoeveelheid stof en de periode van blootstelling hangt af hoe schadelijk deze stof is.

5

Kijk thuis eens in bij de schoonmaakspullen. Er staan waarschijnlijk allemaal flessen. Op de achterkant van sommige flessen zie je een of meer veiligheidssymbolen. Maak van 2 flessen een foto en geef aan waarvoor er gewaarschuwd wordt.

6

Hoe ziet het veiligheidssymbool eruit dat waarschuwt dat je niet mag mengen?

7

Er is zijn meer veiligheidssymbolen dan op deze pagina staan. Zoek op internet nog 2 symbolen.

8

In het lokaal hangt een gifwijzer. Zoek op welke maatregelen je moet nemen als je een van de stoffen in deze tabel (win) binnen krijgt.

9

Bestudeer de veiligheidskaart van natrium en beantwoord onderstaande vragen.
- Waaraan kun je deze stof herkennen?
- Is deze stof brandbaar?
- Wat moet je doen als je deze stof in je ogen krijgt?
- Hoe moet je deze stof opruimen als je morst?

10

Op deze pagina staan een aantal veiligheidssymbolen. Zoek bij elk symbool een stof (foto).

Chemische reactie

Bij een chemische reactie veranderen de beginstoffen blijvend. De stoffen die aanwezig zijn voor de reactie noemen we beginstoffen. De stoffen die ontstaan uit de reactie noemen we reactieproducten. Er kunnen voor de reactie 1 of meer beginstoffen zijn. Er kunnen ook 1 of meer reactieproducten ontstaan. Dit is de meest algemene omschrijving van een chemische reactie.

Chemische reacties zijn overal. Bijvoorbeeld in het menselijk lichaam. Je eet voedsel en je ademt zuurstof in. Deze twee stoffen reageren met elkaar. Dit noemen we de verbranding van voedsel.

Als je een oud hek bekijkt zie je vaak roest. Dit is net als de verbranding van voedsel ook een reactie met zuurstof.

Beide reacties zijn langzame reacties. Chemische reactie gaan soms ook heel snel. Bijvoorbeeld bij een explosie of een verbranding.

Om duidelijk in beeld te krijgen wat er bij een chemische reacties gebeurd hebben we afspraken gemaakt over hoe we een beschrijven. We schrijven eerst de beginstoffen op gescheiden door het + teken. Dan volgt een pijl, deze staat voor de verandering van de stoffen. Na de pijl schrijven we de reactieproducten. Ook deze zijn gescheiden door een + teken. Achter iedere stof schrijven we tussen haakjes de fase waarin deze stof verkeerd.

In onderstaand reactieschema zie je hoe ijzer en zuurstof reageren tot ijzeroxide. IJzeroxide is roest.

11

Denk je dat het filmpje met de brandende handen echt is of dat het bewerkt is? Leg uit waarom je dat denkt

12

Hoe kun je het roesten van een ijzeren hek vertragen?

13

Bekijk de doelen van deze paragraaf Beantwoord voor jezelf of je de doelen gehaald hebt Beschrijf kort per doel waar het over gaat. Deze tekst kun je voor je samenvatting gebruiken

14

Je hebt nu voor het eerst met de iPad les gehad. Mail je mening over deze methode naar je docent. Beschrijf wat je er van vindt, wat je er leuk aan vind en wat je niet leuk vind of wat je denkt dat beter kan.

Download de oefen SO

Stofeigenschappen

Een inleiding op het hoofdstuk stoffen en materialen.

Veiligheid

Voor je kunt gaan experimenteren is het belangrijk dat je weet hoe je veilig moet handelen, waar je op moet letten en wat er fout kan gaan.

Dichtheid

In deze paragraaf ga je leren wat het begrip dichtheid betekent. Je kunt van een stof de dichtheid bepalen door een berekening met de massa en het volume.

Levenscyclus van materialen

Over de levenscyclus van materialen.

Practicum: Dichtheid bepalen

In dit practicum ga je de dichtheid van verschillende voorwerpen bepalen. Dit doe je eerst door opmeten en later met de onderdompelmethode.

Oefentoets

Je kunt hier de oefentoets downloaden.