




Doelen
- Je kent de 3 manier van warmtetransport.
- Je kunt de 3 manieren van warmtetransport in praktische situaties herkennen.
Warmte transport
Warmte kan zich verplaatsen op 3 manieren. In deze paragraaf leer je de drie manieren en de praktische toepassingen ervan.
Warmte is een belangrijk onderdeel van ons dagelijks leven. Warmte zorgt ervoor dat de temperatuur van stoffen verandert. Wij kunnen alleen leven bij een bepaalde temperatuur. Als je lichaam een paar graden warmer is betekent het al dat je ziek bent. Is het te koud, dan wordt je er ziek van. We proberen dus altijd de voor ons ideale temperatuur te maken. Hiervoor moeten we soms zorgen dat er warmte weg gaat en soms zorgen dat er warmte bij komt.
Stroming
Warmte kan zich verplaatsen door stroming. Je maakt een stof warm en je verplaatst die stof naar een andere plek. Je hebt nu de warmte verplaatst. Dit gebeurd bijvoorbeeld in huizen met een centrale verwarming. Het water wordt opgewarmd en door het huis gepompt.
Er vind ook veel stroming in de lucht plaats. Warme lucht stijgt op. Hierdoor is het boven in een ruimte vaak warmer dan beneden.
Geleiding
Sommige stoffen geleiden goed warmte. Vooral de metalen doen dit goed. je maakt de stof aan de ene kant warm en na een tijdje wordt de andere kant ook warm. Dit gebeurt bijvoorbeeld bij pannen. Je maakt de metalen pan aan de onderkant warm en de binnenkant wordt dan ook warm.
Straling
De zon heeft een hoge temperatuur. De zon is zelfs zo warm dat we het vanaf de aarde kunnen voelen. Alle stoffen geven warmtestraling af. Hoe hoger de temperatuur hoe meer warmtestraling. Bij stoffen met een lage temperatuur merken we niets van die straling. Maar als we hout verbranden op een kampvuur kunnen we op enkele meters afstand al de warmte voelen. Ook bij een BBQ kun je op kleine afstand de warmte al voelen.
18
Noem de 3 vormen van warmtetransport.
19
In de vorige paragraaf heb je gevoelt aan een houten oppervlak en aan een metalen oppervlak. Welke vorm van warmtetransport vond er plaats tussen je hand en het hout / metaal?
20
Om je slaapkamer warm te maken is minder energie nodig dan het warm maken van een klaslokaal. Leg uit waarom.
21
Voor je het eerste uur een klaslokaal inkomt is het lokaal soms koud. Het wordt al heel snel warm. Hoe komt dit?
22
Op een zomerse dag heb je het warm. Waarom zweet je?
23
Waarom zweet je juist als je je hebt ingespannen?
24
In een woning is een CV installatie aanwezig. Welke vorm(en) van warmtetransport zorgt ervoor de het water in de installatie warm wordt? Leg goed uit.
25
Welke vorm zorgt ervoor dat de radiatoren warm worden?
26
Hoe kan het dat een kamer warm wordt als de radiator in de kamer warm wordt?
27
Waarom zitten er in een radiator groeven?
28
Is het boven in een kamer even warm als onder in een kamer?
29
In een huis hangt een thermostaat. Zoek op wat een thermostaat doet.
30
Waarom is het niet verstandig om een thermostaat boven een radiator te hangen?
31
Zoek op wat thermiek is.
32
Hoe werkt een hemellantaarn? Een hemellantaarn is een vliegende papieren zak met een kaarsje eronder. (foto links)