Doelen
- Je kent de veiligheidsvoorzieningen die we gebruiken bij elektriciteit.
- Je weet wat isolatie is.
- Je weet wat een zekering is.
- Je weet wat een aardlekschakelaar is.
- Je weet waarom we aarden.
- Je kent de belangrijkste elektrische componenten.
- Je kunt in complexe schakelingen serie en parallel elementen herkennen.
Elektrische Apparaten
Elektriciteit kan gevaarlijk zijn. Er zijn een aantal veiligheidsaspecten die je moet kennen. De gevaren waar je voor moet opletten zijn kortsluiting en overbelasting. Kortsluiting komt voor als er tussen de + en – een directe verbinding gemaakt wordt en er onbeperkt stroom kan lopen. De apparatuur wordt dan heel warm en kan gaan branden.
Isolatie en dubbele isolatie
Een elektriciteitssnoer heeft een metalen binnenkant voor de geleiding van elektrische stroom en een kunststof buitenkant. Die buitenkant zorgt ervoor dat wanneer je de draad aanraakt je niet in contact komt met de spanning die op de draad staat. Ook voorkomt het dat de draad een andere draad raakt en de apparatuur verstoord. Soms zijn apparaten dubbel geïsoleerd. Dan zitten er 2 lagen isolatie tussen het metaal en de buitenkant.
Zekering of stop
Een stop of zekering zorgt er voor dat wanneer er te veel stroom loopt de stroomkring onderbroken wordt. Oude stoppen (smeltzekeringen) hadden een dunne metalen draad die doorsmelt als er teveel stroom door loopt. Als de draad doorgesmolten is kan er geen stroom meer lopen. Alle stroom van het gedeelte van het huis waar die stop voor is loopt door de dunne draad in de stop. Als er een apparaat kortsluiting maakt en er gaat teveel stroom lopen valt de stroom vanzelf uit.
Soms gebeurt dit ook wanneer je teveel apparatuur aansluit op 1 groep. Een groep is het gedeelte wat door 1 stop gaat. Dit voorkomt dat de bedrading in het huis te warm wordt en brand kan veroorzaken.
Moderne stoppen zijn automatisch. Wanneer er teveel stroom loopt slaan die stoppen ook door maar je kunt ze eenvoudig terug zetten.
Aarden
Gebouwen hebben ook een aardlekschakelaar. Deze schakelaar meet de stroom die in het huis gaat en hij meet de stroom die uit het huis komt. Als er een verschil tussen deze 2 stomen zit betekent het dat er ergens in het huis stroom lekt. Dit is onveilig omdat het lekken van de stroom door een apparaat kan komen dat stuk is. De aardlekschakelaar zet de stroom in deze situatie uit.
32
Noem 3 veiligheidsvoorzieningen die in jouw huis aanwezig zijn.
33
Een apparaat gebruikt te veel stroom, welke veiligheidsmaatregel treedt in werking?
34
Een apparaat lekt stroom via een metalen gasleiding. Welke veiligheidsmaatregel treedt in werking?
35
Een apparaat is stuk en er staat stroom op de buitenkant. Dit is erg gevaarlijk. Welke veiligheidsmaatregel helpt hier?
36
Wat is kortsluiting?
37
Welke veiligheidsmaatregel treed in als er kortsluiting is?
38
Wat is het gevaar als je teveel apparaten aansluit en je hebt geen zekering?
Elektrische apparaten
Naast de componenten die je al kent gebruiken we nog veel meer componenten. Een systeembord van een computer zit er vol mee. Alle busjes, staafjes en andere onderdelen hebben een functie. De belangrijkste componenten moet je kennen. We gebruiken voor die componenten een schematische tekening.
Voeding
Een voeding geeft stroom. Er staat meestal bij hoeveel spanning de voeding levert.
Lampje

Een lampje laat stroom door maar het heeft ook een weerstand.
Speaker

Net als een lampje maar in plaats van licht komt er uit een speaker geluid.
Weerstand
Een weerstand wordt warm als er stroom door gaat.
Schakelaar

Een schakelaar staat open of dicht en blijft in die stand tot de gebruiker de stand veranderd. Denk aan een lichtschakelaar.
Drukschakelaar
Een drukschakelaar staat altijd open tenzij je erop drukt. Denk aan een deurbel.
Diode
Een diode laat stroom in een richting door en houdt stroom in de andere richting tegen.
Led
Een led werkt net als een diode maar geeft ook nog licht. Led staat voor Light Emitting Diode.
LDR
Een LDR is een weerstand die veranderd als er licht op komt.
NTC
Net als een LDR maar dan met temperatuur. Als de temperatuur veranderd verandert ook de weerstand.
Smeltveiligheid (zekering)
Wanneer er teveel stroom door de smeltveiligheid loopt smelt deze door en verbreekt de stroomkring.
Transistor
Een transistor heeft 3 aansluitingen. 2 Ingangen (links en boven) en 1 uitgang (onder). Als de spanning op de linker aansluiting boven een bepaalde waarde komt gaat er tussen de bovenste en onderste aansluiting stroom lopen.
Potentiometer
Een potentiometer is een verstelbare weerstand.
